Motel 123 en de Tennis Court: De locaties op de foto’s werden door Suralco onderhouden en zijn nu niet meer in gebruik. Dat is natuurlijk zonde, maar het is ook een onderdeel van het verdwijnen van de segregatie in de openbare ruimtes van Moengo
Seraven's opa werkte in de mijn. De plaats Moengo in Suriname werd begin twintigste eeuw gesticht en gebouwd door het Amerikaanse mijnbouwbedrijf Suralco. Zij mijnden bauxiet: een grondstof waar aluminium van gemaakt wordt. Deze aluminium werd veelal gebruikt voor het maken van Amerikaanse gevechtsvliegtuigen, waar met name tijdens de Tweede Wereldoorlog de nood hoog aan was. De Nederlandse koloniale machten hebben hier altijd echter veel touwtjes in handen en voeten in de aarde voor gehad. Nadat Suralco de mijn bijna compleet had uitgeput in 2014, en er letterlijk en figuurlijk vrij weinig meer te halen viel, pakten zij hun biezen en lieten zij alles achter wat ze hadden opgebouwd
De verlaten sociale plekken waar de vroegere stafleden van Suralco hun vrije tijd doorbrachten, zoals het zwembad, de tennisbaan, het Beatrixtheater, en de sociëteitsclub Casa Blanca. Ik stelde hierbij de vraag wat nu de waarde is van deze plekken en hoe de gemeenschap van Moengo zich ertoe verhoudt
Deze plekken hebben een dubbele betekenis: ze vervulden hun functie als plaats om te ontspannen en te recreëren, maar benadrukten tegelijkertijd de scheiding die er tussen de verschillende groepen bestond. Zo konden stafleden zowel naar hun eigen zwembaden als naar dat van de maand- en weekloners, terwijl deze laatste groep alleen hun eigen zwembad mocht bezoeken. In het Beatrixtheater zorgde de ordening van de zitplaatsen voor zo’n zelfde afscheiding. Een belangrijke vraag bij mijn onderzoek is: in hoeverre word je bepaald door de ruimte waarin je je bevindt?